Een hart uit het laboratorium

Research output: Contribution to journalArticlePopular

Abstract

In Nederland wachten momenteel ruim duizend mensen op een nieuw orgaan. De gemiddelde wachttijd voor een donorhart is anderhalf jaar, voor een nier bijna vier. Wetenschappers werken aan nieuwe oplossingen: kunstmatige organen, gemaakt van levend materiaal. Is een labgekweekte long of lever de toekomst?

In 2008 slaagden Amerikaanse wetenschappers erin een kloppend hart te laten groeien in een laboratoriumbakje. Ze namen een rattenhart, wasten alle cellen weg zodat alleen de kale hartstructuur overbleef, en stopten in die mal nieuwe hartstamcellen uit rattenembryo's. De cellen bleven hangen en begonnen te groeien. Warempel: na drie dagen begonnen de hartjes er weer rood uit te zien en met behulp van een pacemaker konden ze zelfs kloppen.

Een hart uit het lab! Aan dat eerste geslaagde experiment zaten weliswaar wat haken en ogen - de labhartjes hadden slechts twee procent van de pompkracht van een normaal rattenhart, en de vraag is nog maar of dezelfde truc voor een mensenhart zou werken - maar de methode van 'ontcellen' en 'hercellen' (zie kader) lijkt veelbelovend.

De verwachtingen voor de hartklep, die nu nog bij dieren wordt getest, zijn positief. Toch is de stap van één onderdeel naar een heel orgaan groot, zegt Bernard Roelen, ontwikkelingsbioloog bij de faculteit diergeneeskunde aan de Universiteit Utrecht. 'Organen zijn erg complex. Denk bijvoorbeeld aan een nier: daar zijn zo veel verschillende cellen bij betrokken, met specifieke functies. Buisjes waarin vloeistof heen en weer wordt geleid; dat ingewikkelde geheel laten groeien in het laboratorium zie ik niet snel gebeuren.
Original languageDutch
Pages (from-to)10-11
JournalNederlands dagblad: gereformeerd gezinsblad
Publication statusPublished - 25 Jun 2015

Cite this