Abstract
Doel: Onderzoeken in hoeverre ouders van zuigelingen landelijke adviezen over veilig slapen ter preventie van wiegendood opvolgen, en wat redenen zijn om af te wijken van adviezen over slaaphouding (altijd op de rug) en slaapplek (ouders en kind slapen niet samen in één bed).
Opzet: Kwantitatief en kwalitatief dwarsdoorsnedeonderzoek.
Methode: Online-vragenlijstonderzoek onder ouders van kinderen van 0-11 maanden via consultatiebureaus en online media.
Resultaten: Van de 1209 respondenten gaf 72,4% aan dat hun kind gewoonlijk op de rug te slapen werd gelegd, en 34,1% dat hun kind samen met de ouder of ouders in één kamer sliep, maar niet in één bed. Van de kinderen van 0-2 en 3-4 maanden sliep respectievelijk 6,3 en 8,2% samen met de ouders in één bed. Ouders van kinderen van 0-6 maanden (n = 199) die de adviezen over slaaphouding niet naleefden, gaven het vaakst als reden: het kind slaapt beter (35%), en de aanwezigheid van een voorkeurshouding of schedelafplatting (13%) of het willen voorkomen daarvan (16%; samen 29%). Als reden om af te wijken van het advies om niet samen met hun kind in één bed te slapen noemden ouders vooral: gemak bij borstvoeding geven (50%; n = 24) en het beter slapen van het kind (40%; n = 19); dit ging om kinderen van 0-6 maanden.
Conclusie: Het is niet vanzelfsprekend dat ouders adviezen over veilige verzorging rond het slapen van hun kind opvolgen. De preventie kan versterkt worden door met ouders te praten over hun redenen om de adviezen naast zich neer te leggen en samen vast te stellen hoe de slaapomgeving van de baby veilig kan worden ingericht.
Opzet: Kwantitatief en kwalitatief dwarsdoorsnedeonderzoek.
Methode: Online-vragenlijstonderzoek onder ouders van kinderen van 0-11 maanden via consultatiebureaus en online media.
Resultaten: Van de 1209 respondenten gaf 72,4% aan dat hun kind gewoonlijk op de rug te slapen werd gelegd, en 34,1% dat hun kind samen met de ouder of ouders in één kamer sliep, maar niet in één bed. Van de kinderen van 0-2 en 3-4 maanden sliep respectievelijk 6,3 en 8,2% samen met de ouders in één bed. Ouders van kinderen van 0-6 maanden (n = 199) die de adviezen over slaaphouding niet naleefden, gaven het vaakst als reden: het kind slaapt beter (35%), en de aanwezigheid van een voorkeurshouding of schedelafplatting (13%) of het willen voorkomen daarvan (16%; samen 29%). Als reden om af te wijken van het advies om niet samen met hun kind in één bed te slapen noemden ouders vooral: gemak bij borstvoeding geven (50%; n = 24) en het beter slapen van het kind (40%; n = 19); dit ging om kinderen van 0-6 maanden.
Conclusie: Het is niet vanzelfsprekend dat ouders adviezen over veilige verzorging rond het slapen van hun kind opvolgen. De preventie kan versterkt worden door met ouders te praten over hun redenen om de adviezen naast zich neer te leggen en samen vast te stellen hoe de slaapomgeving van de baby veilig kan worden ingericht.
Translated title of the contribution | Eleventh Safe Sleeping Survey in the Netherlands: Parents' habits concerning infant sleep position and location |
---|---|
Original language | Dutch |
Article number | D2366 |
Pages (from-to) | 16-23 |
Number of pages | 8 |
Journal | Nederlands tijdschrift voor geneeskunde |
Volume | 162 |
Issue number | 21 |
Publication status | Published - 24 May 2018 |
Keywords
- wiegendood
- preventie
- sudden infant death syndrome
- verzorgingsfactoren