Abstract
De hardopdenkmethode heeft zich ontwikkeld tot een gangbare onderzoeksmethode voor uiteenlopend lees- en schrijfonderzoek. In dit artikel staat de validiteit van de hardopdenkmethode als pretestinstrument centraal. Discussies over de validiteit van hardopdenkprotocollen betreffen de reactiviteit van de methode en de volledigheid van de verbalisaties. De vraag wordt beantwoord in hoeverre de aard van het testobject van invloed is op de reactiviteit van de methode en de volledigheid van de protocollen. Daartoe zijn synchrone en retrospectieve hardopdenkprotocollen vergeleken voor twee typen internet-applicaties: een online bibliotheekcatalogus en een gemeentelijke website. In beide gevallen blijken synchrone hardopdenkprotocollen minder geverbaliseerde problemen te bevatten dan retrospectieve protocollen. De reactiviteit van de methode blijkt samen te hangen met het testobject: in de bibliotheekcatalogus leidde de opdracht om synchroon hardop te denken tot meer observeerbare fouten in de taakuitvoering, op de gemeentelijke website niet. Deze verschillen kunnen worden herleid tot verschillen in taken tussen de beide testobjecten.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 185-197 |
Number of pages | 13 |
Journal | Tijdschrift voor taalbeheersing |
Volume | 28 |
Issue number | 3 |
Publication status | Published - 2006 |