Helmbehandeling bij zuigelingen met positionele schedelvervorming

M.P. van Wijk, L.A. van Vlimmeren, M.M. Boere-Boonekamp

Research output: Contribution to journalArticleAcademic

Abstract

In Nederland droegen in het afgelopen decennium jaarlijks zo’n tweeduizend baby’s maandenlang een helm om schedelvervorming te corrigeren, terwijl de effectiviteit van deze behandeling niet was aangetoond. In de heads-studie zijn 84 gezonde baby’s met matige tot ernstige schedelvervorming op de leeftijd van 5 à 6 maanden ‘at random’ verdeeld: 42 baby’s kregen helmbehandeling en bij 42 baby’s werd het natuurlijke beloop afgewacht. Uit de resultaten bleek dat de helmbehandeling geen toegevoegde waarde heeft ten opzichte van het afwachten van het natuurlijke beloop bij schedelvervorming. Aangezien de helm veel bijwerkingen geeft en de therapiekosten hoog zijn, wordt het gebruik hiervan afgeraden bij gezonde zuigelingen van 5 à 6 maanden oud met matige tot ernstige schedelvervorming. Het accent van de aanpak van voorkeurshouding en (beginnende) schedelvervorming bij baby’s moet (nog) meer komen te liggen op de preventieve adviezen van de kraamzorg en de jeugdgezondheidszorg en op vroegtijdige opsporing, eventueel gevolgd door tijdige verwijzing naar de kinderfysiotherapeut.
Original languageDutch
Pages (from-to)227-230
Number of pages4
JournalPraktische pediatrie
Volume4
Publication statusPublished - 2014

Cite this