TY - JOUR
T1 - Screening op aangeboren hartafwijkingen: opbrengst van het werken met de JGZ-richtlijn
AU - Scheppink, H.M.
AU - ter Haar, S.J.
AU - Kamphuis, M.
AU - Boere-Boonekamp, M.M.
PY - 2012
Y1 - 2012
N2 - Sinds 2005 wordt in de jeugdgezondheidszorg (JGZ) bij de opsporing van aangeboren hartafwijkingen gebruik gemaakt van de ‘JGZ-richtlijn Vroegtijdige opsporing van aangeboren hartafwijkingen 0-19 jaar’. In 2010, 5 jaar na het uitbrengen van de richtlijn, onderzochten wij de opbrengst van de screening op aangeboren hartafwijkingen bij Icare JGZ.
Van het totaal aantal 0-4-jarige kinderen dat in zorg was bij Icare, is in 2009 1,4% verwezen wegens het vermoeden van een aangeboren hartafwijking. De positief voorspellende waarde van een verwijzing was 14%. Van de kinderen die zijn verwezen wegens het vermoeden van een aangeboren hartafwijking was de leeftijd bij verwijzing gemiddeld 10,5 maanden. De meeste kinderen die een aangeboren hartafwijking bleken te hebben, werden verwezen op de leeftijd van 1,1 maanden; de gemiddelde leeftijd was 3,3 maanden.
Vergeleken met eerder onderzoek is de leeftijd bij verwijzing vervroegd; de positief voorspellende waarde is echter ongeveer gelijk gebleven. Om de voorspellende waarde te verbeteren, kan onderzocht worden of het digitaal opnemen en verzenden van hartgeluiden, met beoordeling op afstand door een medisch specialist, een rol kan spelen als tussenstap voordat verwijzing plaatsvindt
AB - Sinds 2005 wordt in de jeugdgezondheidszorg (JGZ) bij de opsporing van aangeboren hartafwijkingen gebruik gemaakt van de ‘JGZ-richtlijn Vroegtijdige opsporing van aangeboren hartafwijkingen 0-19 jaar’. In 2010, 5 jaar na het uitbrengen van de richtlijn, onderzochten wij de opbrengst van de screening op aangeboren hartafwijkingen bij Icare JGZ.
Van het totaal aantal 0-4-jarige kinderen dat in zorg was bij Icare, is in 2009 1,4% verwezen wegens het vermoeden van een aangeboren hartafwijking. De positief voorspellende waarde van een verwijzing was 14%. Van de kinderen die zijn verwezen wegens het vermoeden van een aangeboren hartafwijking was de leeftijd bij verwijzing gemiddeld 10,5 maanden. De meeste kinderen die een aangeboren hartafwijking bleken te hebben, werden verwezen op de leeftijd van 1,1 maanden; de gemiddelde leeftijd was 3,3 maanden.
Vergeleken met eerder onderzoek is de leeftijd bij verwijzing vervroegd; de positief voorspellende waarde is echter ongeveer gelijk gebleven. Om de voorspellende waarde te verbeteren, kan onderzocht worden of het digitaal opnemen en verzenden van hartgeluiden, met beoordeling op afstand door een medisch specialist, een rol kan spelen als tussenstap voordat verwijzing plaatsvindt
U2 - 10.1007/s12452-012-0007-y
DO - 10.1007/s12452-012-0007-y
M3 - Article
SN - 1567-8644
VL - 44
SP - 22
EP - 26
JO - JGZ
JF - JGZ
IS - 2
ER -