Theoretische uitgangspunten bij de professionalisering van leraren basisonderwijs op het gebied van wetenschap en techniek

Juliette Walma van der Molen, Jan de Lange, Jozef Kok

Research output: Chapter in Book/Report/Conference proceedingChapterAcademicpeer-review

397 Downloads (Pure)

Abstract

Uit internationaal onderzoek blijkt dat leraren in het basisonderwijs overwegend weinig kennis van en affiniteit met natuurwetenschap en techniek hebben. Velen voelen zich onvoldoende bekwaam om onderwijs op deze gebieden te verzorgen; ze vinden het moeilijk om met vragen van leerlingen om te gaan en vallen terug op standaard tekstboeken of sterk gestructureerde materialen/oefeningen. Dit dragen zij - onbewust - over op hun leerlingen: ook hún attitude ten aanzien van natuurwetenschap en techniek is laag, net zoals de leerrendementen op dit gebied. Dat maakt de kennis en vooral de attitude van leraren een belangrijke sleutel tot verandering van de status en populariteit van wetenschap en techniek onder kinderen - de technici en bètawetenschappers van de toekomst. Nascholing speelt dan ook een cruciale rol: onderzoek laat zien dat wanneer leraren meer kennis, vaardigheden, zelfvertrouwen en een positievere attitude hebben ontwikkeld, zij daadwerkelijk beter les geven in wetenschap en techniek. Zo kunnen zij op een enthousiaste manier de kennis, vaardigheden en attitude onder hun leerlingen op dit gebied verbeteren.
De vraag die vooraf gaat aan een dergelijke nascholing is wat de leraren in kwestie moeten leren van en over wetenschap en techniek. Hiervoor heeft de
Programmaraad van VTB-Pro in 2007 een theoretisch kader opgesteld. In dit hoofdstuk worden hiervan de drie - onlosmakelijk met elkaar verbonden - pijlers behandeld waarop het scholingsprogramma VTB-Pro rust:

1. Kennis van natuurwetenschappelijke en technische concepten en vaardigheid in wetenschappelijk en technisch redeneren
2. Attitude ten opzichte van natuurwetenschap en techniek
3. Pedagogisch-didactische vaardigheden, met name op het gebied van onderzoekend en ontwerpend leren.

Onder de eerste pijler wordt verstaan: kennis van aan natuurwetenschap en techniek gerelateerde concepten én (natuur)wetenschappelijke en technische procesvaardigheden, ofwel: knowledge of science (and technology) én knowledge about science (and technology). De vakinhoudelijke kennis omvat de kennisconcepten: natuurkundige systemen, levende systemen, aarde en ruimte systemen, techniek systemen en mathematische systemen. Het is belangrijk dat leraren dwarsverbanden tussen verschillende kennisconcepten kunnen zien en deze - richting de leerlingen - kunnen koppelen aan herkenbare, concrete praktijkvoorbeelden.
Onder de tweede pijler wordt verstaan: kennis en inzicht in de eigen gedachten, waarden, gevoelens en gedragingen ten aanzien van wetenschap en techniek en hierin actief verbetering aanbrengen.
De derde pijler behelst de vertaalslag richting de klas: wetenschaps- en techniekeducatie. Hoe breng je kinderen op een onderzoekende en ontwerpende wijze
(natuur)wetenschappelijke en technische procesvaardigheden, concepten en attitudes bij.
Original languageDutch
Title of host publicationOnderzoek naar wetenschap en techniek in het Nederlandse basisonderwijs
EditorsHanno van Keulen, Juliette Walma van der Molen
Place of PublicationDen Haag
PublisherPlatform Bèta Techniek
Pages29-39
ISBN (Print)9789058610614
Publication statusPublished - 2009
Externally publishedYes

Cite this