Abstract
Verkeershandhavingteams (VHT’s) functioneren onder formeel gezag van de landelijk
Verkeersofficier van Justitie maar functioneel valt hun inzet onder de verantwoordelijkheid van
de regiopolitiekorpsen. Ze worden bemenst door bijzonder opsporingsambtenaren en richten
zich op het terugdringen van een vijftal verkeersgevaarlijke overtredingen: rijden door rood
licht, rijden onder invloed, overtreding van snelheidslimieten, niet-dragen van helm of gordel.
Hun inzet is niet onopgemerkt voorbijgegaan. Weinig verkeersdeelnemers zijn onbekend met
de flitspalen, de opsporing van ernstige overtreders met videowagens en de acceptgirokaarten
van het CJIB.
Uit het onderzoek blijkt dat de teams in meer dan één opzicht succesvol zijn. Zij zorgen voor
een grotere handhavingsdruk, die bij het publiek niet onopgemerkt blijft en in grote lijnen ook
wordt gewaardeerd. Aannemelijk is dat ze de naleving van de verkeersregels verbeteren en
dat dit ook de verkeersveiligheid ten goede komt.
Daar staat tegenover dat met een betere informatievoorziening de teams effectiever kunnen
worden ingezet en dat, in tegenstelling tot wat werd beoogd, met hun komst de aandacht voor
de meeste delicten door agenten en teams in de basispolitiezorg, is afgenomen. Structurele
samenwerking tussen de teams en de reguliere politie komt maar moeizaam tot stand. De lage
waardering voor het verkeerswerk binnen de politie, het beperkte mandaat van de VHT’s, strijd
om het eigendom van de processen-verbaal, uiteenlopende stijlen van optreden en verschillen
in de werkprocessen leiden tot fricties.
Het rapport wordt afgesloten met de aanbeveling om de teams een tweeledige structuur te
geven: een prestatiegericht deel dat zich richt op snelheidsovertreders buiten de bebouwde
kom en een probleemgericht deel dat tegen roodlichtnegatie, drankgebruik en het niet-dragen
van helmen optreedt.
Verkeersofficier van Justitie maar functioneel valt hun inzet onder de verantwoordelijkheid van
de regiopolitiekorpsen. Ze worden bemenst door bijzonder opsporingsambtenaren en richten
zich op het terugdringen van een vijftal verkeersgevaarlijke overtredingen: rijden door rood
licht, rijden onder invloed, overtreding van snelheidslimieten, niet-dragen van helm of gordel.
Hun inzet is niet onopgemerkt voorbijgegaan. Weinig verkeersdeelnemers zijn onbekend met
de flitspalen, de opsporing van ernstige overtreders met videowagens en de acceptgirokaarten
van het CJIB.
Uit het onderzoek blijkt dat de teams in meer dan één opzicht succesvol zijn. Zij zorgen voor
een grotere handhavingsdruk, die bij het publiek niet onopgemerkt blijft en in grote lijnen ook
wordt gewaardeerd. Aannemelijk is dat ze de naleving van de verkeersregels verbeteren en
dat dit ook de verkeersveiligheid ten goede komt.
Daar staat tegenover dat met een betere informatievoorziening de teams effectiever kunnen
worden ingezet en dat, in tegenstelling tot wat werd beoogd, met hun komst de aandacht voor
de meeste delicten door agenten en teams in de basispolitiezorg, is afgenomen. Structurele
samenwerking tussen de teams en de reguliere politie komt maar moeizaam tot stand. De lage
waardering voor het verkeerswerk binnen de politie, het beperkte mandaat van de VHT’s, strijd
om het eigendom van de processen-verbaal, uiteenlopende stijlen van optreden en verschillen
in de werkprocessen leiden tot fricties.
Het rapport wordt afgesloten met de aanbeveling om de teams een tweeledige structuur te
geven: een prestatiegericht deel dat zich richt op snelheidsovertreders buiten de bebouwde
kom en een probleemgericht deel dat tegen roodlichtnegatie, drankgebruik en het niet-dragen
van helmen optreedt.
| Original language | Dutch |
|---|---|
| Place of Publication | Den haag |
| Publisher | Reed Business / Politie en Wetenschap |
| Number of pages | 184 |
| ISBN (Print) | 9789035242562 |
| Publication status | Published - 2008 |