Abstract
Als we ervan uitgaan dat iemands attitude diens acties, denken, gevoelens en keuzes bepaalt is een positieve attitude ten aanzien van wetenschap en techniek de koepel boven het scholingstraject VTB-Pro. De vraag is echter of en hoe je kunt meten hoe iemand tegenover wetenschap en techniek staat. Binnen VTB is al vanaf de start het belang van een dergelijke meting onderkend. Zowel om veranderingen in de houding van leerlingen te kunnen meten, als in de houding van leraren. Tot voor kort gaven de directies van VTB-scholen de vorderingen en mogelijke knelpunten bij de integratie van techniek in hun onderwijs aan in een jaarlijkse zelfrapportage. Om de attitude van leerlingen in kaart te brengen gebruikten sommige scholen een interessemeting ontwikkeld door het Cito. Maar beide instrumenten brengen onvoldoende het veelomvattende begrip 'attitude' in kaart, dat een combinatie is van iemands gedachten, gevoelens en gedrag. Om die reden is voor de evaluatie van de VTB Programma's besloten een geïntegreerd meetinstrument te ontwikkelen dat ingaat op alle drie deze dimensies: de attitudemonitor. Er is een attitudemonitor ontwikkeld voor zowel leerlingen als voor leraren. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkeling van de attitudemonitor voor leraren en de eerste pilots hiermee.
Het uitgangspunt voor de attitudemonitor vormt de internationale wetenschappelijke literatuur over een bredere invulling van attitudes towards science en een voortschrijdende discussie over het belang van het verbreden van de aandacht van sec techniek naar wetenschap en techniek, met daarbij een focus op een onderzoekend-leren houding die bij leerlingen zou moeten worden gestimuleerd. Op basis hiervan ontwikkelde Walma van der Molen een vragenlijst bestaande uit een wetenschapsdeel en een techniekdeel, met voor leraren en leerlingen iets anders geformuleerde vragen. De vragen hadden betrekking op alle drie de dimensies van attitude en werden zoveel mogelijk gekoppeld.
De vragenlijst is in een pilot voorgelegd aan 79 leraren (38 mannen en 41 vrouwen) uit de bovenbouw van 60 basisscholen die ruim drie jaar geleden begonnen aan de eerste tranche van het VTB programma. De resultaten hiervan laten een redelijk beeld zien van hun attitude ten opzichte van wetenschap en techniek. De seksestereotype opvattingen zijn niet heel hoog, de leraren vinden wetenschap en techniek enigszins moeilijk maar beleven er wel redelijk plezier aan, ze hebben redelijk inzicht in het belang ervan voor de toekomst en hebben enige voornemens om er meer aan te gaan doen in de toekomst. Deze houding van leraren lijkt een gunstig effect te hebben op hun leerlingen. Zij lieten een significant groter plezier zien in techniek en hechtten er meer maatschappelijk belang aan dan leerlingen van leraren met een minder positieve attitude ten opzichte van techniek.
Het uitgangspunt voor de attitudemonitor vormt de internationale wetenschappelijke literatuur over een bredere invulling van attitudes towards science en een voortschrijdende discussie over het belang van het verbreden van de aandacht van sec techniek naar wetenschap en techniek, met daarbij een focus op een onderzoekend-leren houding die bij leerlingen zou moeten worden gestimuleerd. Op basis hiervan ontwikkelde Walma van der Molen een vragenlijst bestaande uit een wetenschapsdeel en een techniekdeel, met voor leraren en leerlingen iets anders geformuleerde vragen. De vragen hadden betrekking op alle drie de dimensies van attitude en werden zoveel mogelijk gekoppeld.
De vragenlijst is in een pilot voorgelegd aan 79 leraren (38 mannen en 41 vrouwen) uit de bovenbouw van 60 basisscholen die ruim drie jaar geleden begonnen aan de eerste tranche van het VTB programma. De resultaten hiervan laten een redelijk beeld zien van hun attitude ten opzichte van wetenschap en techniek. De seksestereotype opvattingen zijn niet heel hoog, de leraren vinden wetenschap en techniek enigszins moeilijk maar beleven er wel redelijk plezier aan, ze hebben redelijk inzicht in het belang ervan voor de toekomst en hebben enige voornemens om er meer aan te gaan doen in de toekomst. Deze houding van leraren lijkt een gunstig effect te hebben op hun leerlingen. Zij lieten een significant groter plezier zien in techniek en hechtten er meer maatschappelijk belang aan dan leerlingen van leraren met een minder positieve attitude ten opzichte van techniek.
Original language | Dutch |
---|---|
Title of host publication | Onderzoek naar wetenschap en techniek in het Nederlandse basisonderwijs |
Editors | Hanno van Keulen, Juliette Walma van der Molen |
Place of Publication | Den Haag |
Publisher | Platform Bèta Techniek |
Pages | 157-163 |
ISBN (Print) | 9789058610614 |
Publication status | Published - 2009 |
Externally published | Yes |