Abstract
Er zijn aanwijzingen dat klinische schematherapie effectief is bij cliënten met een ernstige persoonlijkheidsstoornis. Om de werkzaamheid van deze multimodale interventie beter te begrijpen, is in dit onderzoek cliënten gevraagd naar hun perspectief op hun behan- deling. Door middel van de Q-sort-methode hebben 38 deelnemers na hun behandeling 54 kaartjes met mogelijke werkzame elementen gerangschikt naar belang. De deelnemers bleken het in aanzienlijke mate met elkaar eens te zijn. Ze waardeerden vooral dat ze hebben leren praten over hun gedachten en gevoelens, en dat ze zich bewust werden van hun gedrag. Ze waardeerden praktische therapietaken het laagst. Bij differentiatie bleken er drie groepen met inhoudelijk enigszins verschillende meningen: een groep die vooral inzicht en verwerking belangrijk vond, een groep die aangaf meer te hebben geprofiteerd van de verbinding met medecliënten, en een groep die de individuele ondersteuning het belangrijkst vond. Deze resultaten zijn voor het grootste deel een ondersteuning voor de huidige behandelopzet. Verbeterpunten liggen volgens de deelnemers vooral op het gebied van de zin van de praktische activiteiten, de regels die gehanteerd worden, en de beschikbaarheid van de staf.
Translated title of the contribution | What do clients think of inpatient schema therapy for personality disorders? An exploratory study using the Q-sort method There |
---|---|
Original language | Dutch |
Pages (from-to) | 248-267 |
Number of pages | 20 |
Journal | Tijdschrift voor psychotherapie |
Volume | 47 |
Issue number | 4 |
Publication status | Published - 2021 |